Nummer 6 December 2024 [FISCAAL] [6] [FISCAAL] ■ FE OB kan ook eigenbouwer voor invordering zijn De ontvanger van de belastingen kan onder voorwaarden een aannemer hoofdelijk aansprakelijk stellen voor loonheffingen die een onderaannemer niet afdraagt. Daarbij wordt een zogeheten eigenbouwer gelijkgesteld met een aannemer en niet met een opdrachtgever. Of sprake is van eigenbouwerschap wordt onder meer bepaald door het criterium ‘uitvoeren van een werk in de normale uitoefening van zijn bedrijf’. Het begrip eigenbouwer is ook van belang voor de verleggingsregeling in de omzetbelasting. De Kennisgroep invordering & civiel recht hanteert als standpunt dat de ontvanger net als de inspecteur, een fiscale eenheid omzetbelasting (FE OB) kan aanmerken als eigenbouwer. ■ Pand moet vóór uitgebreide aanpassingen al woning zijn In een zaak voor hof Den Bosch had een bv in 2019 een perceel grond verkregen met daarop een gebouw. Oorspronkelijk ging het om een woning. Vanaf 1930 is het desbetreffende adres echter niet bewoond geweest. Vanaf 1935 is het gebouw gebruikt als bankgebouw en effectenkantoor. Daarbij hebben door de jaren heen verbouwingen plaatsgevonden om het gebruik als (bank)kantoor mogelijk te maken of te continueren. De bv stelt dat zij over haar verkrijging van de onroerende zaak slechts 2% overdrachtsbelasting hoeft te betalen. Zij meent dat het gebouw kwalificeert als een woning, wat in 2019 voldoende was voor toepassing van het lage tarief. De bv betoogt dat slechts beperkte aanpassingen vereist zijn om het pand weer geschikt te maken voor bewoning. Maar volgens het hof zijn meer dan beperkte aanpassingen nodig om de onroerende zaak weer geschikt te maken voor bewoning. Daarom gold het normale tarief overdrachtsbelasting. Overigens is niet vereist dat de oude toestand volledig wordt hersteld. ■ Aan werkgever betaalde schadevergoeding niet bruteren Onder bepaalde omstandigheden kan een werkgever een werknemer niet alleen op staande voet ontslaan, maar zelfs een schadevergoeding van hem vorderen. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als de werknemer zijn werkgever onrechtmatig heeft benadeeld. Stel dat de civiele rechter de ontslagen werknemer inderdaad veroordeelt tot het betalen van een schadevergoeding aan zijn voormalige werkgever. De werknemer zou dan kunnen stellen dat de betaling van de vergoeding negatief loon is en dat hij mag bruteren. Dat was althans het standpunt van een ontslagen werknemer in een zaak voor rechtbank Den Haag. De desbetreffende werknemer stelde ook dat de Belastingdienst rekening moest houden met verrekening van loonheffing over dit ■ BOR toepasbaar op schenking vóór splitsing Stel dat iemand vele jaren alle aandelen in een holding bezit, die weer alle aandelen in een werkmaatschappij houdt. Het is de bedoeling dat een juridische splitsing van de holding zal plaatsvinden. Daarbij moeten de aandelen in de werkmaatschappij worden afgesplitst naar een op te richten bv. Twee maanden vóór de juridische splitsing vindt de obligatoire schenking van de aandelen van die bv plaats. Op dezelfde dag van de splitsing levert men de aandelen van de bv via een notariële akte aan de begiftigde. De vraag komt dan op of de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) van toepassing is, ondanks dat de splitsing na de schenking heeft plaatsgevonden. De Kennisgroep successiewet stelt dat de BOR is toe te passen, mits ten tijde van de schenking duidelijk is dat en hoe de splitsing zal plaatsvinden. Het belastbare feit voor de schenkbelasting is het tot stand komen van de (obligatoire) schenkingsovereenkomst. Dat is het moment waarop aanbod en aanvaarding plaatsvinden. De (notariële) levering van aandelen ter uitvoering van de schenkingsovereenkomst is voor het vaststellen van het belastbare feit of het tijdstip van de schenking niet van belang. Als de splitsing in zo’n geval niet doorgaat, vervalt de schenking niet. De schenker is dan tot een vervangende prestatie gehouden. Als dat geen ondernemingsvermogen betreft of de schenker voldoet daarmee niet aan de bezitseis, is de BOR daarop niet van toepassing. Het oordeel van de inspecteur of de btwondernemer als eigenbouwer de verleggingsregeling moet toepassen, staat los van het oordeel van de ontvanger. Inmiddels gelden aanvullende voorwaarden voor de toepassing van het lage tarief overdrachtsbelasting. Zo moet de woning in beginsel het niet-tijdelijke hoofdverblijf van de verkrijger worden. Dit moet ook blijken uit een schriftelijke verklaring. Als een werknemer onterecht genoten loon moet terugbetalen, kan een brutering wel aan de orde zijn. Het loon dat de werknemer destijds netto heeft ontvangen, wordt dan verhoogd met de belasting die de werkgever daarover heeft afgedragen. De werknemer betaalt in dat geval dus aan de werkgever het bruto bedrag.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=