De Smet Accountants - Nieuwsbrief december

Nummer 6 December 2024 [FISCAAL] [FISCAAL] [3] ■ Dga geniet stamrecht dat met zijn schuld is te verrekenen Een man heeft twee stamrechten opgebouwd die zijn ondergebracht in zijn holding en een van de dochtervennootschappen van die holding. De dga heeft ook geld geleend van zijn holding om een zeilschip te laten bouwen. Dat zeilschip staat nu te koop. In 2019 kan de man aanspraak maken op een stamrechtuitkering van de holding. Vanwege liquiditeitsproblemen bij de vennootschappen ontvangt hij geen stamrechtuitkering in geld. Toch rekent de Belastingdienst een stamrechtuitkering tot het belastbare inkomen van de man over 2019. De inspecteur stelt dat de stamrechtuitkering in 2019 was te verrekenen met de vordering die de holding had op de aandeelhouder. Daarom is de stamrechtuitkering in 2019 vorderbaar en inbaar geweest. En dus heeft de man deze uitkering fiscaal gezien genoten. Hof Arnhem-Leeuwarden gaat mee in deze redenering. In principe zijn inkomensbestanddelen uit box 1 genoten als zij zijn ontvangen, verrekend of ter beschikking gesteld of als zij rentedragend of vorderbaar en inbaar zijn geworden. ■ Toename aantal verzwegen erfenissen Onderzoekers in het economenblad ‘ESB’ hebben vastgesteld dat het percentage van het nagelaten vermogen waarvoor geen aangifte erfbelasting wordt gedaan, sinds 2011 met 17,0 procentpunt is gestegen naar 39,2% in 2021. Daarvan is 2,1 procentpunt verklaarbaar uit gestegen vrijstellingsbedragen voor partners en (klein)kinderen. Nalatingen aan goede doelen zijn te klein om een rol van betekenis te spelen. De enige andere mogelijke verklaring voor de overige 14,9 procentpunt (€ 3,7 miljard) is een toename van de belastingontwijking, aldus de onderzoekers. Die hypothese wordt bevestigd omdat in dezelfde periode de gemiddelde omvang van de nalatenschappen die niet worden aangegeven ruim verdubbeld is van € 41.944 naar € 99.877. De stijging van de vrijstellingsbedragen is te klein om een verdubbeling te kunnen verklaren, wat wijst op toenemende ontwijking. De onderzoekers noemen de onderbezetting bij de fiscus als een van de mogelijke oorzaken van de toegenomen ontwijking. Voor erfbelasting over verzwegen buitenlandse vermogensbestanddelen geldt geen navorderingstermijn. ■ Berekening hypotheekrente bij meegefinancierde kosten De Kennisgroep onroerende zaken heeft meer duidelijkheid gegeven over de manier waarop men de aftrekbare rente over een hypotheek moet berekenen. Het standpunt van de Belastingdienst betreft de situatie dat de belastingplichtige niet alleen een schuld is aangegaan om de aankoop van de eigen woning zelf te financieren, maar ook de financieringskosten en een privédeel. Bovendien heeft de belastingplichtige een eigenwoningreserve. De maximale eigenwoningschuld bedraagt dan de aankoopprijs van de woning plus de verwervingskosten minus de eigenwoningreserve. Vervolgens neemt men de totale financieringskosten en vermenigvuldigt deze met de maximale eigenwoningschuld gedeeld door de totale lening, waarin de financieringskosten zelf niet zijn opgenomen. De uitkomst van deze berekening telt men op bij de maximale eigenwoningschuld. De rente over dit bedrag is aftrekbaar. ■ Ongeldige A1-verklaring werkstaat blijft ongeldig Als een werknemer tijdelijk buiten Nederland maar in een verdragsland of een land binnen de EU of EER gaat werken, blijft hij vaak verplicht verzekerd voor de sociale verzekeringen in Nederland. Dit is aan te tonen met een zogeheten A1-verklaring. Heeft de woonstaat eenmaal een A1-verklaring afgegeven en staat deze A1-verklaring onherroepelijk vast? Dan is het niet de bedoeling dat de werkstaat ook nog een A1-verklaring afgeeft. Als dat toch gebeurt, kan men volgens rechtbank Zeeland-West-Brabant geen rechten ontlenen aan de A1-verklaring van de werkstaat. Zelfs wanneer de looptijd van de A1-verklaring is verlopen, betekent dat niet dat vanaf dat moment de A1-verklaring van de werkstaat gaat gelden. Deze verklaring is immers ten onrechte afgegeven, zo redeneert de rechtbank. Een eigenwoningreserve bestaat uit een of meer vervreemdingssaldi: het verschil tussen de verkoopsom van de eigen woning en de verkoopkosten en de openstaande hypotheekschuld. Drie jaar na de vervreemding vervalt het desbetreffende deel van de eigenwoningreserve. In deze zaak heeft de Belastingdienst tijdens de zitting toegezegd de premies die de werknemer heeft betaald, ambtshalve aan hem te laten terugbetalen als de SVB alsnog verklaart dat de man niet premieplichtig was in Nederland.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=