De Smet Accountants - September 2024

Nummer 4 September 2024 [FISCAAL] [FISCAAL] [5] in zo’n situatie in ieder geval zoveel navorderingsaanslagen moeten vernietigen als nodig is om dubbele heffing te voorkomen. Overigens komt het voor dat de inspecteur zelf verzoekt om vernietiging van de andere navorderingsaanslagen als de belastingrechter oordeelt dat de ene navorderingsaanslag terecht is opgelegd. Dit was ook het geval in een zaak voor rechtbank Zeeland-West-Brabant. ■ Veel verzoeken vooroverleg overgangsrecht cv zijn overbodig Per 1 januari 2025 zijn open cv’s en bijna alle open fondsen voor gemene rekening (OFGR’s) niet meer belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Dat betekent dat aan het einde van het kalenderjaar 2024 bij de open cv’s en OFGR’s een eindafrekening in de vennootschapsbelasting plaatsvindt. Bovendien worden vennoten en deelgerechtigden geacht hun aandeel of deelgerechtigdheid te hebben vervreemd. Om deze acute heffing van inkomsten- en vennootschapsbelasting te voorkomen, bestaan overgangsfaciliteiten. De laatste tijd ontvangt de Belastingdienst verzoeken voor de toepassing van de overgangsregeling bij de wetswijziging met betrekking tot de belastingplicht open cv’s en OFGR’s. De Belastingdienst stelt dat veel van deze verzoeken volledig voldoen aan de wettelijke tekst van de regeling. Als men voldoet aan de wettelijke voorwaarden voor toepassing van de genoemde faciliteiten, is echter geen vooroverleg nodig. De Belastingdienst roept open cv’s, OFGR’s en hun participanten op om geen overbodige verzoeken met betrekking tot vooroverleg in te dienen. ■ Btw is na te heffen ondanks te vroege betaling Op sommige aangiftebiljetten omzetbelasting staat onder andere vermeld: ‘Moet u btw betalen? Wacht met betalen tot u de naheffingsaanslag hebt ontvangen’. Als de btw-ondernemer niet wacht met het betalen van de verschuldigde belasting maar deze meteen voldoet, kan de Belastingdienst hem toch een naheffingsaanslag omzetbelasting opleggen. In dat geval is deze naheffingsaanslag terecht opgelegd. Dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, wil overigens niet zeggen dat de ondernemer dubbel btw moet betalen. Maar er zijn wel formele gevolgen. ■ Erfbelasting deels na te vorderen door partieel nieuw feit In beginsel moet de Belastingdienst beschikken over een nieuw feit om een navorderingsaanslag op te mogen leggen. Als de Belastingdienst had moeten weten dat een erflater in Nederland woonachtig was op het moment van zijn overlijden, ontbreekt in eerste instantie een nieuw feit. Maar het kan gebeuren dat de erfrechtelijke verkrijging hoger blijkt te zijn te zijn dan de inspecteur aanvankelijk kon weten. In zo’n geval kan sprake zijn van een partieel nieuw feit. In dat geval mag de Belastingdienst wel navorderen over het deel van de erfrechtelijke verkrijging dat meer bedraagt dan het bedrag van de verkrijging die bij de fiscus bekend had moeten zijn. Dat blijkt althans uit het oordeel van hof Den Bosch. ■ Voorgestelde wijziging besluit over pensioenwetgeving Het ministerie van SZW is een internetconsultatie gestart over het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. De internetconsultatie stond open tot en met 21 augustus 2024. Het desbetreffende besluit regelt dat de transitiedata uit de Wet toekomst pensioenen worden vastgelegd in een algemene maatregel van bestuur (amvb). De transitiedata bepalen de tussenliggende mijlpalen en de duur van de pensioentransitie. Door de transitiedata in een amvb op te nemen wordt het in de toekomst eenvoudiger om de transitie, indien dat voor de uitvoering nodig is, te verlengen. Daarnaast zal deze amvb vervolgens regelen dat de einddatum van de pensioentransitie met één jaar opschuift. Hiermee kan men de werkzaamheden die gepaard gaan met de pensioentransitie beter spreiden in de tijd. Dat komt ten goede van de uitvoering. Navorderen is ook mogelijk bij een zogeheten kenbare fout of als de belastingplichtige te kwader trouw is. Als navordering slechts mogelijk is door de aanwezigheid van een kenbare fout, is de navorderingstermijn twee jaar vanaf het vaststellen van de belastingaanslag of vanaf het moment waarop de fiscus heeft besloten geen aanslag op te leggen. De belastingrechter kan bijvoorbeeld de Belastingdienst verplichten de ondernemer een integrale proceskostenvergoeding toe te kennen als een aanslag tegen beter weten in is opgelegd. Deze situatie is dus niet aan de orde als de btw-ondernemer te vroeg de btw heeft afgedragen. De Belastingdienst neemt een overbodig verzoek om toepassing van het overgangsrecht in principe niet in behandeling.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=