Nummer 4 September 2024 [FISCAAL] [4] [FISCAAL] ■ Anbi mag donatie gebruiken om helmen te financieren Voor giften aan algemeen nut beogende instellingen (anbi’s) gelden bepaalde gunstige regels. Een instelling moet voor minimaal 90% het algemeen nut beogen, om als anbi te kunnen kwalificeren. Het begrip ‘algemeen nut’ is in de wet neutraal vormgegeven en wordt neutraal getoetst. Verdenkingen, niet-vervolgbare activiteiten of handelingen die niet aansluiten bij eenieders overtuiging van wat behoort tot het ‘algemeen nut’ zijn geen redenen om een instelling de anbi-status te ontnemen. Daardoor is het zelfs mogelijk een donatie te doen die de anbi gebruikt voor de financiering van militair materiaal. Maar daarbij moet het wel gaan om goederen ter bescherming van levens, zoals (onderdelen voor) scherf- en kogelwerende vesten en beschermende helmen. De anbi mag donaties niet besteden aan wapens en dergelijke. Dat stelt althans de minister van Buitenlandse Zaken. De grens van de vrijheid van anbi’s om hun doelen na te streven ligt bij overtreding van de wet of daar waar een instelling door de rechter verboden wordt. Als de Belastingdienst reden heeft om te twijfelen aan de integriteit van een instelling of een persoon die daarbij betrokken is, kan de Belastingdienst vragen om een VOG. Als de VOG niet wordt aangeleverd, krijgt de instelling de anbistatus niet of wordt deze ingetrokken. ■ Geen doorstootverplichting in doorbetaaldloonregeling In een zaak voor hof Den Bosch houden drie bestuurders van een bv via persoonlijke holdings ieder 5% van de aandelen in de bv. De overige 85% van de aandelen zijn in handen van investeerders. De drie holdings hebben met hun aandeelhouders afgesproken dat zij voor de bv bestuurswerkzaamheden verrichten. De bv heeft managementovereenkomsten gesloten met de drie persoonlijke holdings. Op grond van deze overeenkomsten moet de bv aan de holdings managementvergoedingen betalen. Volgens de bv is met betrekking tot de werkzaamheden van de bestuurders de doorbetaaldloonregeling van toepassing. Het gevolg is dan dat de persoonlijke holdings de loonheffingen voor de dga’s afdragen. De Belastingdienst weigert de toepassing van de doorbetaaldloonregeling. De inspecteur stelt dat de doorbetaaldloonregeling bij een echte privaatrechtelijke dienstbetrekking alleen toepasbaar is als de persoonlijke houdstervennootschappen voldoen aan een doorstootverplichting. Dat betekent dat zij de volledige van de bv ontvangen managementvergoeding als loon uitbetalen aan de bestuurders. Maar het hof oordeelt dat de reikwijdte van de doorbetaaldloonregeling niet is ingeperkt tot een verlegging van de inhoudingsplicht voor de loonheffingen. De bv voldoet aan de voorwaarden voor toepassing van de doorbetaaldloonregeling. ■ Fiscus mag niet navorderen over zelfde correctie bij zuster-bv Stel dat de Belastingdienst bij een bv vennootschapsbelasting navordert over een fiscale correctie vanwege gerealiseerde stille reserves en goodwill. Deze bv heeft activiteiten overgenomen van een of meer zustervennootschappen. De inspecteur vordert over dezelfde correctie na bij deze zustervennootschappen van de bv. Als alle navorderingsaanslagen in stand blijven, is sprake van dubbele heffing. Daarom zal de belastingrechter ■ BPM op lease-bestelauto’s in 2025 ook doorlopende post Bij de inschrijving van een personenauto in het kentekenregister is men BPM verschuldigd. Bij de leasing van personenauto’s vindt meestal een verdiscontering plaats van deze BPM in de leasetermijnen. De staatssecretaris van Financiën keurt onder voorwaarden goed dat men de BPM die de leasemaatschappij aan de lessee doorberekent, beschouwt als een doorlopende post. Deze goedkeuring geldt nu nog niet voor bestelauto’s, omdat bestelauto’s voor ondernemers in principe zijn vrijgesteld van BPM. Deze vrijstelling komt te vervallen per 1 januari 2025. Daarom breidt de staatssecretaris van Financiën de goedkeuring uit naar bestelauto’s voor ondernemers. De nieuwe, uitgebreide goedkeuring gaat ook gelden voor gebruikte personenauto’s, bestelauto’s en motorrijwielen. In zijn algemeenheid geldt dat wanneer een persoon of entiteit op de sanctielijst is geplaatst er onder het Europese mensenrechtensanctieregime onder andere een verbod aan eenieder in de EU geldt om tegoeden of economische middelen ter beschikking te stellen aan actoren op de lijst. Dit verbod omvat ook alle vormen van financiële steun of levering van goederen zoals beschermingsmiddelen. Het hof oordeelt verder dat niet van belang is of de bestuurders in een privaatrechtelijke dan wel een fictieve dienstbetrekking tot de bv staan. Zij verrichten hun werkzaamheden voor de bv in het kader van hun dienstbetrekking met hun persoonlijke houdstervennootschappen. Het feit dat zij in privé zijn benoemd tot statutair bestuurder, doet daar niets aan af.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=