De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Startpunt 2023

13 • Startpunten 2023 Lage Aof-premie kleine werkgevers Sinds vorig jaar betaalt een kleine werkgever een lage premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en een middelgrote en grote werkgever een hoge premie. U bent in het premiejaar 2023 een kleine werkgever als uw premieloon over 2021 niet meer bedraagt dan € 905.000. Het verschil tussen de hoge en lage premie mag niet meer dan 2% bedragen. De lage premie is verhoogd van 5,49% in 2022 naar 5,82% in 2023 en hoge premie is verhoogd van 7,05% naar 7,11%. Let op Bent u een startende werkgever? Dan wordt u tijdens de eerste twee jaar als een kleine werkgever aangemerkt en betaalt u dus de lage Aof-premie. Dien tijdig vaststellingsverzoeken NOW 3 en 4 in In 2023 worden de laatste vaststellingsverzoeken voor de definitieve berekening van de NOW-subsidie afgehandeld. De data waarop u uiterlijk het vaststellingsverzoek voor de verschillende aanvraagperiodes moet hebben ingediend bij het UWV, zijn de afgelopen tijd nogal eens gewijzigd. De eerstvolgende relevante datum is 22 februari 2023. Die datum is van belang voor de drie aanvraagperiodes van NOW 3 en voor NOW 4. Heeft u van NOW 3 gebruikgemaakt, dan moet u uiterlijk op 22 februari 2023 de vaststellingsverzoeken over de derde aanvraagperiode (NOW 3.1: oktober, november en december 2020), de vierde aanvraagperiode (NOW 3.2: januari, februari en maart 2021) en over de vijfde aanvraagperiode (NOW 3.3: april, mei en juni 2021) hebben ingediend. Ook het vaststellingsverzoek voor NOW 4 (zesde aanvraagperiode: (juli t/m september 2021) moet u uiterlijk 22 februari 2023 hebben ingediend. In onderstaand schema staan volledigheidshalve alle uiterste data waarop u het vaststellingsverzoek moet hebben ingediend voor de definitieve berekening van de NOW-subsidie voor de verschillende aanvraagperiodes. NOW-aanvraagperiodes Aanvraag definitieve vaststelling t/m: 3.1 (okt t/m dec 2020) periode 3 22 februari 2023 3.2 (jan t/m mrt 2021) periode 4 22 februari 2023 3.3 (apr t/m jun 2021) periode 5 22 februari 2023 4.0 (jul t/m sep 2021) periode 6 22 februari 2023 5.0 (nov en dec 2021) periode 7 2 juni 2023 6.0 (jan t/m mrt 2022) periode 8 2 juni 2023 Forse stijging minimumloon Het wettelijk minimumloon is verhoogd met 10,15% (een bijzondere verhoging van 8,05% plus 1,934% halfjaarlijkse indexatie). Het kabinet wil hiermee werken lonender maken en het bestaansminimum verstevigen. Verhoging van het wettelijk minimumloon is van belang voor de koopkracht van werknemers nu de inflatie uitzonderlijk hoog is. Deze forse verhoging betekent voor u als werkgever dat u in de eerste helft van 2023 aan uw werknemers van 21 jaar en ouder met een fulltime dienstverband minimaal € 1.934,40 moet betalen. Per week bedraagt het minimumloon € 446,40 en per dag € 89,28. Ook stijgen de AOW-uitkeringen mee met de verhoging van het minimumloon. Door de stijging van de AOW vervalt de aanvullende inkomensondersteuning AOW (IOAOW) op termijn. Let op De stijging van de AOW-uitkering heeft ook gevolgen voor de pensioenopbouw van uw werknemers. De AOW- franchise (het deel van het loon waarover de werknemer geen pensioen opbouwt) is immers gekoppeld aan de AOW-uitkering. De franchise is daarom ook gestegen. Bij de meest gebruikte berekeningsmethodes bedraagt deze verhoging ruim € 1.500. Blijft het salaris in 2023 gelijk, dan bouwt de werknemer dus minder pensioen op.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=