Nummer 6 December 2023 [FISCAAL] [FISCAAL] [5] bank Noord-Nederland hebben vennootschappen meer dan twintig jaar na het voldoen van omzetbelasting een bezwaarschrift tegen deze afdracht ingediend. Daarmee is de bezwaartermijn dus ruimschoots overschreden. Tenzij in redelijkheid niet valt te zeggen dat de vennootschappen in verzuim zijn geweest, zijn hun bezwaarschriften nietontvankelijk. De vennootschappen stellen dat zij wel eerder in bezwaar hadden kunnen gaan, maar dat pas later een reden is ontstaan om in bezwaar te gaan. De rechtbank vindt dat zo’n reden de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maakt. Dit geldt voor zowel redenen van feitelijke als juridische aard. De fiscus heeft de bezwaarschriften daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Voor een beroep tegen een ambtshalve beslissing, moet de btw-ondernemer niet bij de belastingrechter maar bij de civiele rechter zijn. ■ Geen renteaftrek over overgenomen deel aflossingsvrije lening Stel twee echtgenoten hebben vóór 2013 samen een woning gekocht (beiden voor 50%). Voor deze woning zijn zij een aflossingsvrije lening aangegaan. Na 2013 gaan de echtgenoten scheiden. Volgens het echtscheidingsconvenant blijft de ene exechtgenoot in de woning wonen en draagt de ander de economische eigendom van zijn eigendomsaandeel in de woning over aan de achterblijvende echtgenoot. In het echtscheidingsconvenant is ook geregeld dat de achtergebleven echtgenoot vanaf dat moment het aandeel van de ander in de aflossingsvrije lening overneemt. Het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de achtergebleven echtgenoot overneemt van zijn ex-partner, voldoet niet aan de voorwaarden voor kwalificatie van eigenwoningschuld. Zo luidt althans het standpunt van de Kennisgroep onroerende zaken. ■ Verdere versobering 30%-regeling in 2024 Op grond van twee aangenomen amendementen vindt per 1 januari 2024 een verdere versobering van de 30%-regeling plaats. Vanaf die datum zal voor een ingekomen werknemer de vrijgestelde vergoeding gedurende de eerste twintig maanden forfaitair zijn vast te stellen op 30% van het belastbare loon. Voor de volgende periode van twintig maanden is de vrijgestelde vergoeding 20% van het belastbare loon. Ten slotte kan de werkgever voor de laatste periode van twintig maanden maximaal 10% van het belastbare loon forfaitair onbelast vergoeden. Een ander amendement ziet op de buitenlandse partiële belastingplicht. Dankzij deze faciliteit hoeven ingekomen buitenlandse werknemers, die gebruik maken van de 30%-regeling, geen box 2 of 3-belasting te betalen over hun buitenlands kapitaalinkomen. Per 1 januari 2024 komt die mogelijkheid te vervallen. Wel komt er overgangsrecht. ■ Werkzaamhedentoets voor dividendteruggaaf pensioenlichaam Stel dat een lichaam, dat bij wet is ingesteld en is gevestigd in een andere EU-lidstaat aldaar, onder andere werkzaamheden uitvoert die bestaan uit het verstrekken van pensioen aan (ex-)werknemers hun partners en hun kinderen. Dit lichaam valt in zijn vestigingsland niet onder een winstbelasting. Het lichaam verzoekt om teruggaaf ten laste van hem ingehouden dividendbelasting. Een belangrijke voorwaarde voor deze teruggaaf is dat het lichaam onder een bepaalde subjectieve vrijstelling van vennootschapsbelasting zou vallen als het in Nederland was gevestigd. Het gaat daarbij grofweg gezegd om de subjectieve vrijstelling voor lichamen die voor minstens 90% kwalificerende pensioenactiviteiten verrichten. De Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen stelt, dat voor het berekenen van het aandeel van de niet-kwalificerende werkzaamheden men niet mag aansluiten bij de beleggingen als ook sprake is van niet-kwalificerende werkzaamheden waarvoor het lichaam geen beleggingen aanhoudt. De kennisgroep meent dat een onderverdeling in kwalificerende en nietkwalificerende werkzaamheden op basis van inkomen wel aanvaardbaar kan zijn. Bij het maken van een onderverdeling op grond van inkomen moet wel een goede allocatie van de werkzaamheden plaatsvinden. Vanaf het moment dat de aflossingsvrije lening wordt omgezet in een lening die wel voldoet aan de aflossingseis en aan de overige voorwaarden, kwalificeert de lening wel als eigenwoningschuld. De huidige regeling om de werkelijke kosten vergoed te krijgen, blijft bestaan. Voor werknemers die in het laatste loontijdvak van 2023 een beschikking voor de 30%-regeling hebben, gaat overgangsrecht gelden. En de ingekomen werknemer die over het laatste loontijdvak 2023 gebruikmaakt van de 30%-regeling heeft tot en met 2026 nog de mogelijkheid te kiezen voor partiële buitenlandse belastingplicht.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=