De Smet Accountants - Nieuwsbrief - Nummer 6

Nummer 6 December 2022 [FISCAAL] [FISCAAL] [3] strafbaar feit. Het verbod op zelfincriminatie verhindert niet het gebruik van wilsonafhankelijk materiaal. Alleen als de autoriteiten specifiek bepaalde stukken willen hebben waarvan het bestaan al vaststaat (specific pre-existing documents), is er sprake van wilsonafhankelijk materiaal. Dwingt de fiscus een belastingplichtige tot het afgeven van documenten waarvan de inspecteur alleen maar het bestaan vermoedt? Dan is sprake van een ‘fishing expedition’ en dat is niet toegestaan. Uiteraard is het verbod op zelfincriminatie altijd van toepassing op bewijs dat met foltering is verkregen. Tot deze conclusies komt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Ten slotte moet men nagaan of een procedure niet de essentie van het verbod op zelfincriminatie heeft geëlimineerd. J Inspecteur erfbelasting mag niet wachten op IB-inspecteur In een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant ging het om de vraag of de fiscus een navorderingsaanslag erfbelasting van zo’n € 10,5 miljoen mocht opleggen. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst dat niet mag vanwege het ontbreken van een nieuw feit. De inspecteur erfbelasting wist vóór het verstrijken van de primitieve aanslagtermijn dat de inspecteur inkomstenbelasting onderzoek deed naar de woonplaats van de erflater. De inspecteur erfbelasting had dat onderzoek ook overgelaten aan de inspecteur inkomstenbelasting. Het onderzoek was pas na het verstrijken van de primitieve aanslagtermijn afgerond. De rechtbank vond dat de inspecteur erfbelasting al eerder had moeten informeren naar het onderzoek. Volgens de rechtbank had de inspecteur erfbelasting dan voldoende informatie gehad om de aanslag te kunnen opleggen. De rechtbank vernietigde daarom de navorderingsaanslag. J Dankzij VSO dotatie aan HIR na afwaardering toegestaan Wat in een vaststellingsovereenkomst (VSO) met de Belastingdienst staat, kan indirect ook de vorming van een herinvesteringsreserve beïnvloeden. Zo had in een zaak voor Rechtbank DenHaag een woningcorporatie een VSO geslotenmet de Belastingdienst. In de VSOwas een bijzondere regeling getroffen voor de bepaling van de boekwaarde van huurwoningen na de openingsbalansdatum en de invloed daarvan op de jaarwinst. De boekwaarde die resulteerde na afwaardering en eventuele terugname daarvan op grond van de VSO kon geen andere zijn dan de boekwaarde die gold voor de toepassing van de HIR. Het hof heeft geconstateerd dat men afwaarderingen en terugnames daarvan telkens moest doorvoeren per 1 januari. Voor de woningcorporatie valt dat samenmet het begin van haar boekjaar. De woningcorporatie mag bij het berekenen van de HIR-dotatie uitgaan van de waarde aan het begin van het boekjaar. Dat betekent dat een eerder toegepaste afwaardering niet hoeft worden teruggenomen. Op grond van een fictie wordt een erflater na zijn emigratie geacht nog tien jaar in Nederland te hebben gewoond. Verder constateert het hof dat vóór de verkoop van de desbetreffende huurwoningen de woningcorporatie een vastgoedcomplex had voortgebracht. Dit complex wilde zij financieren met de opbrengst uit de toekomstige verkoop van huurwoningen. De woningcorporatie had daarmee zelfs nog vóór de vervreemding een vervangingsvoornemen. Het vastgoedcomplex vervulde ook dezelfde economische functie als de verkochte huurwoningen, zodat de HIRdotatie was toegestaan. JDga, bewijs dat winstuitdeling eerder heeft plaatsgevonden Als een bv een vordering op haar dga heeft, maar hem zijn schuld kwijtscheldt, is sprake van een verkapte winstuitdeling. Deze winstuitdeling vindt plaats in het jaar van de kwijtschelding. De dga kan stellen dat de verkapte winstuitdeling feitelijk eerder heeft plaatsgevonden. Maar hij zal dat dan wel aannemelijk moeten maken. Bijvoorbeeld door aannemelijk te maken dat de schuld al eerder niet was af te lossen. Is op de rekening-courantverhouding tussen de dga en de bv de rente op de schuld steeds bijgeboekt en zijn aflossingen afgeboekt? Dat wijst er juist op dat de vordering van de bv wel een reëel karakter heeft. Als een verkapte winstuitdeling heeft plaatsgevonden, zodat een bedrag aan belasting is verschuldigd, heeft de inspecteur in beginsel vijf jaar de tijd om een navorderingsaanslag op te leggen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=