6. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) WERKGEVERS EN WERKNEMERS Onregelmatigheidstoeslag ook over bovenwettelijke vakantiedagen Een andere belangrijke beslissing van de Hoge Raad betreft de doorbetaling van een vaste onregelmatigheidstoeslag over vakantiedagen. De zaak betrof werknemers aan wie naast de wettelijke vakantiedagen ook bovenwettelijke vakantiedagen waren toegekend. Volgens de afspraken met de vakbonden kregen deze werknemers met terugwerkende kracht een onregelmatigheidstoeslag over hun wettelijke vakantiedagen. Enkele werknemers meenden dat zij ook recht hebben op deze toeslag over hun bovenwettelijke vakantiedagen. De Hoge Raad geeft hen gelijk. Bovendien geldt dit ook als de werknemers de toegekende vakantiedagen inzetten voor andere doeleinden dan vakantie, zoals het uitruilen voor werktijdverkorting. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Niet (tijdig) genoten vakantiedagen vervallen niet zomaar De Hoge Raad deed onlangs ook een belangrijke uitspraak over het al dan niet vervallen of verjaren van opgebouwde vakantiedagen. De zaak betrof een werknemer aan wie naast wettelijke ook bovenwettelijke vakantiedagen waren toegekend. Gedurende een reeks van jaren had hij deze vakantiedagen niet allemaal opgenomen. Bij het einde van de dienstbetrekking vorderde de werknemer een vergoeding voor de niet-opgenomen vakantiedagen. De werkgever meent dat hij daar geen recht op heeft. Hij stelde dat de wettelijke dagen waren vervallen, omdat de werknemer deze niet steeds had opgenomen binnen de wettelijke termijn van 6 maanden na het jaar van toekenning. Ook waren een aantal bovenwettelijke dagen niet binnen de wettelijke verjaringstermijn van 5 jaar opgenomen. Volgens de werkgever was de werknemer bovendien volledig op de hoogte van de gevolgen daarvan. Zorg- en informatieplicht De Hoge Raad oordeelt dat de niet-opgenomen vakantiedagen alleen zijn vervallen als de werkgever aan zijn zorg- en informatieplicht heeft voldaan. Dit houdt in dit verband in dat hij de werknemer daadwerkelijk in staat moet hebben gesteld om tijdig van zijn vakantierecht gebruik te maken én hem zo nodig moet hebben gestimuleerd om dat ook daadwerkelijk te doen. Ook moet de werkgever de werknemer tijdig en precies hierover informeren. Het is aan de werkgever om te bewijzen dat hij aan deze verplichtingen heeft voldaan. Volgens de Hoge Raad heeft de werkgever dat bewijs niet geleverd. Ook heeft hij niet bewezen dat de werknemer welbewust en met volledige kennis van de gevolgen zijn vakantiedagen niet tijdig heeft opgenomen. De werkgever moet de werknemer daarom een vergoeding van ruim € 62.000 betalen, plus 10% wettelijke verhoging en wettelijke rente. Tip U kunt als werkgever deze dure gevolgen voorkomen. Geef de werknemer de gelegenheid om zijn vakantiedagen tijdig op te nemen en stimuleer hem of haar dat ook te doen, mocht dat nodig zijn. Zorg er ook voor dat u uw werknemers tijdig, duidelijk en vooral schriftelijk informeert over de regels met betrekking tot de opname van opgebouwde vakantiedagen. WERKGEVERS EN WERKNEMERS Controleer definitieve Wtl-beschikking 2022! Uiterlijk eind juli 2023 hebt u de definitieve beschikking Lage-Inkomensvoordeel (LIV) en het Loonkostenvoordeel (LKV) over 2022 ontvangen van de Belastingdienst. Het is verstandig om deze goed te (laten) controleren en te vergelijken met de gegevens in uw loonadministratie. Zijn bijvoorbeeld de correcties op de voorlopige beschikkingen die u vóór 1 mei jl. hebt doorgegeven, goed verwerkt? Zijn alle kwalificerende werknemers meegenomen in de beschikking of zitten er fouten in de berekening? Constateert u fouten in de definitieve beschikking, zorg er dan voor dat u binnen zes weken bezwaar maakt of laat maken. Is de beschikking juist vastgesteld, dan betaalt de Belastingdienst u de tegemoetkoming(en) binnen zes weken na de datum van de beschikking uit. Bezwaar maken bij overgang onderneming Hebt u bij een overgang van een onderneming of bij een contractovername werknemers in dienst gekregen voor wie de overdragende werkgever in 2022 recht op een LKV had? Dan hebt u mogelijk ook recht op een LKV. De Belastingdienst is er in de Wtl-beschikking 2022 echter vanuit gegaan dat bij overgang van een onderneming het recht op een LKV niet overgaat op de overnemende werkgever. Er loopt hierover een procedure bij de Hoge Raad. De Advocaat-Generaal (AG), de adviseur van de Hoge Raad, heeft geconcludeerd dat dit recht wél moet overgaan op de overnemende werkgever. Door tijdig bezwaar te maken tegen de Wtl-beschikking 2022, stelt u uw recht veilig op het LKV 2022 voor de overgenomen werknemers, mocht de Hoge Raad de conclusie van de AG overnemen. De uitspraak wordt in het najaar verwacht.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=