8. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) BELASTINGBETALER Zonnepaneelzaken Vanaf 2023 betaalt u geen btw meer bij de aankoop en installatie van zonnepanelen op of bij uw woning. Maar kocht u de zonnepanelen in 2022, dan betaalde u nog wel btw. Die btw op de aanschafprijs van de panelen en op de installatiekosten kunt u terugvragen bij de Belastingdienst. Doe dit wel op tijd. U moet de teruggaaf namelijk aanvragen binnen zes maanden na afloop van het jaar waarin u de panelen hebt gekocht, dus vóór 1 juli 2023. Uitbreiding toepassingsbereik forfait Als zonnepaneelhouder bent u voor de levering van elektriciteit ook na 31 december 2022 nog steeds btw-ondernemer. U moet in beginsel btw afdragen over de vergoeding die u ontvangt voor het terugleveren van elektriciteit aan uw energieleverancier. Particuliere zonnepaneelhouders kunnen echter bij de aanschaf van zonnepanelen kiezen voor de kleineondernemersregeling (KOR). Heeft u een jaaromzet van de zonnepanelen van maximaal € 1.800? Dan hoeft u zich niet aan te melden als btw-ondernemer. U maakt dan automatisch gebruik van de kleineondernemersregeling (KOR). Maakt u geen gebruik van de KOR? In dat geval moet u periodiek btw-aangiften indienen en de verschuldigde btw afdragen. Tot voor kort kon u daarbij gebruikmaken van een forfait, mits het totale opwekvermogen van uw zonnepanelen onder de 10.000 Wattpiek bleef. Daarboven moest u de verschuldigde btw zelf berekenen. Sinds 24 februari jl. is het toepassingsbereik van het forfait uitgebreid naar een opwekvermogen van maximaal 15.000 Wattpiek. Tip Sinds 24 februari 2023 kunnen ook ondernemers (bijvoorbeeld zzp’ers) met zonnepanelen op of bij hun woning gebruikmaken van het forfait. Bent u ondernemer? Dan hoeft u de verschuldigde btw voor het terugleveren van elektriciteit dus ook niet meer zelf te berekenen, mits het totale opwekvermogen van uw panelen maximaal 15.000 Wattpiek is. Verricht u vrijwilligerswerk? Dan krijgt u mogelijk een vergoeding voor de eventueel door u gemaakte kosten. Kunt u die kosten aantonen, dan is de vergoeding onbelast. Maar het verzamelen, bijhouden en bewaren van die bewijsstukken, vindt u misschien te veel gedoe. De vrijwilligersregeling kan dan uitkomst bieden. De vergoeding kan namelijk ook onbelast blijven als u voldoet aan de voorwaarden van deze regeling. Een belangrijke voorwaarde is dat u een niet-marktconforme beloning ontvangt. Dat is het geval als de vergoeding binnen de grenzen blijft van € 1.900 per jaar en € 190 per maand. De Belastingdienst gaat ervan uit dat een uurvergoeding van maximaal € 5,00 (of € 2,75 voor een vrijwilliger jonger dan 21 jaar) niet-marktconform is. Maakt u meer kosten dan € 1.900 per jaar? Dan blijft de vergoeding alleen onbelast als u de daadwerkelijk gemaakte kosten kunt aantonen. Voldoet u niet aan de voorwaarden voor de vrijwilligersregeling, dan moet de organisatie waarvoor u het vrijwilligerswerk verricht, beoordelen of u werknemer bent (in een echte of fictieve dienstbetrekking). Is dat het geval, dan zijn de normale regels voor de loonheffingen van toepassing. Let op! Stel, u doet 35 uur per maand vrijwilligerswerk. U krijgt daarvoor een vergoeding van € 4 per uur en een reiskostenvergoeding van € 60 per maand. Uw vergoeding per uur is dan niet-marktconform. In totaal ontvangt u echter € 140 (35 x € 4) plus € 60 = € 200 per maand, waardoor de vrijwilligersregeling niet van toepassing is. Als u kunt aantonen dat u meer kosten maakt dan de ontvangen vergoeding, kan (een deel van) de vergoeding onbelast blijven. BELASTINGBETALER Vrijwilligersregeling – hoe zit het ook al weer? In deze uitgave is de stand van zaken in wet- en regelgeving verwerkt tot en met 20 april 2023. Hoewel ten aanzien van de inhoud de uiterste zorg is nagestreefd, kan niet volledig worden ingestaan voor eventuele (druk) fouten en onvolledigheden. De redactie, de uitgever en de verspreider sluiten bij deze de aansprakelijkheid hiervoor uit. Voor een toelichting kunt u altijd contact met ons opnemen.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=