4. Terug naar inhoud FIS KWARTAAL(TJE) Exploitanten van een digitaal platform die in Nederland gevestigd zijn of Nederlandse gebruikers faciliteren, moeten sinds 1 januari 2023 verplicht jaarlijks informatie aanleveren bij de Belastingdienst over verkopers of verhuurders die via dit platform inkomsten verwerven. Dit volgt uit nieuwe EU-regelgeving (DAC7). Hebt u een dergelijk digitaal platform? In dat geval bent u begin 2024 voor het eerst rapportageplichtig over het kalenderjaar 2023. Doel hiervan is het vergroten van fiscale transparantie in de digitale economie. De gerapporteerde gegevens kunnen worden gebruikt voor zowel de inkomstenbelasting als de btw. Welke platformen precies? De rapportageverplichting geldt voor u als u uw digitale platform ter beschikking stelt aan verkopers om commerciële activiteiten te verrichten. Het begrip commerciële activiteiten is ruim geformuleerd en omvat de verhuur van onroerende goederen, persoonlijke diensten, de verkoop van goederen, de verhuur van vervoermiddelen en beleggingsdiensten. Niet alle activiteiten op een platform vallen binnen de reikwijdte van DAC7. Uw platform valt in principe niet onder de rapportageverplichting als uw platform uitsluitend advertenties plaatst, gebruikers doorverwijst naar een platform of betalingen verwerkt. Valt uw digitale platform binnen de reikwijdte van DAC7, dan moet u veel informatie van de verkopers op uw platform opvragen, verifiëren en vastleggen. Dit jaar betreft die informatie alleen de (transactie) gegevens van nieuwe verkopers. Vanaf 2024 bent u verplicht te rapporteren over de (transactie) gegevens van alle verkopers. Ook zult u doorlopend moeten controleren op relevante wijzigingen in omstandigheden. Dit heeft een flinke impact op uw organisatie. Zo moet u uitzoeken bij welke verkopers/verhuurders u gegevens moet opvragen en welke procedures en controles u in uw organisatie moet invoeren om aan deze nieuwe verplichting te voldoen. Tip Als uw organisatie onder de rapportageverplichting valt, zorg er dan voor dat u tijdig begint met het in kaart brengen van de verkopers en verhuurders die via uw platform inkomsten verwerven en vraag tijdig bij hen de benodigde informatie op, zodat u begin volgend jaar helemaal klaar bent om uiterlijk 31 januari 2024 aan uw rapportageverplichting te voldoen. Niet voldoen aan deze verplichting leidt tot hoge boetes. ONDERNEMER Digitaal platform – bent u klaar voor DAC7? DGA Leg afspraken vast in managementovereenkomst Het is van groot belang dat bestuurders hun afspraken vastleggen in een managementovereenkomst. Dit belang werd recent nog maar weer eens aangetoond in de zaak van een familiebedrijf dat werd bestuurd door twee broers: Joris en Jaap. In de managementovereenkomst waaraan zij zich hebben gecommitteerd, is bepaald dat deze eindigt op 1 januari, volgende op het jaar dat een bestuurder 67 jaar wordt. Jaap is 67 jaar geworden in 2022. Joris zegt daarom – namens de vennootschap – de managementovereenkomst met hem op per 1 januari 2023. Jaap weigert echter om na 1 januari 2023 zijn bestuursfunctie neer te legen. Volgens hem kan zijn broer de managementovereenkomst niet namens de vennootschap opzeggen, omdat dit kwalificeert als een bestuursbesluit, dat zij samen moeten nemen. Wat oordeelt de rechter? De rechter gaat hier niet in mee. Het was voor Jaap duidelijk wat de gevolgen waren van de afspraken waarvoor hij getekend heeft in de managementovereenkomst. Van hem kan daarom worden verwacht dat hij deze afspraken nakomt. Ten overvloede merkt de rechter op dat ook als er inderdaad een bestuursbesluit zou moeten worden genomen, Jaap vanwege een tegenstrijdig belang niet betrokken zou worden bij de besluitvorming. Het gelijk is aan Joris. Jaap wordt geschorst en mag de vennootschap niet meer vertegenwoordigen. Ook heeft hij geen toegang meer tot de bedrijfspanden, -systemen en -gegevens. Zouden Joris en Jaap de afspraak dat een bestuurder op 67-jarige leeftijd met pensioen gaat niet hebben vastgelegd in de managementovereenkomst? Dan was er een niet gemakkelijk op te lossen impasse ontstaan tussen de twee bestuurders. Joris, althans de vennootschap, had dan geen contractuele grond gehad om de managementovereenkomst op te zeggen.
RkJQdWJsaXNoZXIy NTgwNDc=